Toepassingskaart 6b: Cognitie en ontwikkeling
Methode: Wijzer door de tijd groep 8
Vraag 1:
Visie
In deze methode is er gebruikt gemaakt van de ideeën van de Canadese pedagoog Kieran Egan. Hij biedt met zijn opvattingen over Romantic Understanding handvatten om aan te sluiten bij de leefwereld van de doelgroep. Egan bouwt voort op de theorieën van Vygotsky. Volgens Egan zitten kinderen in de leeftijd van 8 tot 15 jaar in de ‘romantische fase.’ Tijdens deze fase zijn de kinderen opzoek naar wat mogelijk is en wat ‘echt’ is. Hier sluit de methode op aan. Deze ideeën zijn in de teksten en in de afbeeldingen verwerkt. De teksten zijn zowel zakelijk informatief als verhalend geschreven.
In deze methode is ook ruimte geboden voor herhaling van de stof uit andere blokken.
Het boek
Voor deze opdracht heb ik de methode van groep 8 gebruikt.
De methode bestaat voor de leerlingen uit een lesboek en een werkboek. Voor de leerkracht een methode, antwoordenboek en een spel.
In de handleiding staan staat achtergrondinformatie, lesbeschrijvingen, voorleesverhalen, kopieerbladen (woordenlijsten, toetsen, samenvattingen, herhalingsopdrachten, verdiepingsopdrachten en extra herhaling van de gehele stof.)
Deze methode is opgebouwd in 6 hoofdstukken die de laatste drie tijdvakken van de geschiedenis behandelen.
Elke hoofdstuk is in een vast aantal lessen opgedeeld:
-les 1: inleidende les. Bespreken van begin plaat en zelfstandig verwerken van de stof.
-les 2: voorleesverhaal + nabespreking. Zelfstandige verwerking
-les 3: zelfstandige verwerking
-les 4: zelfstandige verwerking
-les 5: toets
-les 6: themales en herhaling
Wanneer je de lessen van verschillende hoofdstukken bekijkt is te zien dat er vooral zelfstandige verwerking wordt gedaan. Het werkboek is er ook zo op gericht. Stukje lezen uit het lesboek, paar opdrachten maken in het werkboek. Stukje lezen in het lesboek, paar opdrachten maken in het werkboek, enzovoorts.
Er zijn maar tijdens 3 lessen per hoofdstuk echte interactie (volgens de methode).
Vraag 2:
Zoals net al beschreven is de visie in de teksten terug te herkennen. Ook sluiten de opdrachten in het werkboek aan bij de visie.
Vraag 3:
Analyse met behulp van de vier hoeken van Fogarty
Klimaat scheppen voor denken:
Het boek probeert, zeker aan het begin van het hoofdstuk, de kinderen te prikkelen voor dat wat ze gaan leren.
Klimaat scheppen van denken:
In deze methode wordt is er mogelijkheid tot differentiatie. Zo zijn er bij elke les een of twee extra vragen voor de kinderen die meer uitdaging nodig hebben. Ook zijn er extra kopieerbladen.
Klimaat scheppen met denken:
Zoals net al beschreven gaat deze methode er voor een groot deel vanuit dat de kinderen hiermee zelf aan de slag kunnen gaan. De lessen hebben volgens de methode weinig sturing van de leerkracht nodig.
Klimaat scheppen over denken:
Aan het einde van elke les kijkt de leerkracht samen met de leerlingen het werkboek na. Hierdoor kunnen de kinderen zien of ze de kennis ‘eigen’ hebben gemaakt.
Analyse met behulp van de piramide van Bales:
In de methode moeten de kinderen veel lezen. Volgens Bales geeft dit 10% rendement. Na dit lezen moeten de kinderen hier opdrachten bij maken. Dit is valt onder ‘doen’ en geeft volgens Bales 75% rendement. Tijdens les 2 is er een verhaal waar de kinderen naar kunnen luisteren. Dit heeft volgens Bales 5% rendement. Na dit verhaal volgt er wel een nagesprek en dit heeft 50% rendement.
Analyse met behulp van schema denken en geheugen van D. Sousa:
De informatie wordt op een vrij eenzijdige manier aangeboden. Hierdoor worden slechts enkele delen van de hersenen geactiveerd.
Analyse met behulp van Lijn in leren
De kinderen moeten in deze methode reflecteren op hun eigen prestaties. Verder herken ik geen punten waar de kinderen toe uitgedaagd moeten worden in deze mehtode.
Vraag 4
Deze methode vraagt erom om door de leerkracht verrijkt te worden. Les 2 is begint hersenvriendelijk maar les 1, 3 en 4 is meer een soort van begrijpend lezen les (hoe het in de methode staat beschreven). Om deze methode hersenvriendelijk te maken moeten de volgende stappen worden genomen.
-Vooraf moeten de doelen met de kinderen worden besproken. Wat gaan ze die dag leren. Dit is belangrijk zodat aan het eind gecontroleerd kan worden of de doelen zijn behaald.
-Meer verschillende werkvormen toepassen zodat er verschillende delen van de hersenen worden geactiveerd. Zo zou er veel meer gediscussieerd kunnen worden over bepaalde zaken.
-Informatie moet op verschillende manieren worden aangeboden. De voornaamste vorm waarin de informatie aangeboden wordt is in de vorm van een tekst (zowel verhalend als zakelijk-informatief). Er moeten meer activiteiten komen waarbij de kinderen hun kennis kunnen toepassen. Ook kan de methode worden aangevuld met audio-visueel materiaal.
-In de methode is per les niet echt een introductie. De voorkennis van de kinderen moet actiever geactiveerd worden.
-Elke les moet worden afgesloten met een reflectie. Zo kunnen zowel de leerkracht als de leerling bekijken of de doelen zijn behaald.
Vraag 5
1. Welke theorieën en opvattingen over hersenvriendelijk onderwijs inspireren mij?
De piramide van Bales inspireert mij. Ik zie in dat lezen slechts 10% rendement heeft. Zo zie ik nu in dat toepassen heeft meeste rendement heeft. Ook heb ik nu bepaalde trucjes in de theorie gelezen die ik me nu eigen wil maken. Vooral: niet teveel vragen achter elkaar stellen en een vraag ‘in de lucht’ houden vind ik handige tips.
2. Welke ambities heb ik ten aanzien van mijn onderwijs?
Ik wil zoals net al beschreven de trucjes voor een hersenvriendelijke les mij eigen maken. Verder wil ik in de toekomst meer letten op vooraf doelen stellen en achteraf bekijken of deze doelen zijn behaald samen met de leerlingen. Dit omdat het leerproces dan is afgerond en omdat de kinderen dan vooraf weten waarvoor ze het doen. Dit vind ik belangrijk voor de motivatie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten